Hoewel een depressie er per persoon anders uitziet, is de behandeling ervan voor iedereen gelijk. Tegelijkertijd volstaat de behandeling van psychische klachten in de meeste gevallen niet. Een onderzoeksconsortium onder leiding van UM-hoogleraar Anita Jansen hoopt daar verandering in te brengen met behulp van de Zwaartekrachtsubsidie die ze net kregen toegekend.
Met deze grootste Nederlandse onderzoeksbeurs (uiteindelijk 20 miljoen euro in tien jaar) gaan ze inzoomen op de symptomen van een psychische stoornis. Want als je die behandelt (en minder focust op de oorzaak), zou een behandeling weleens veel effectiever kunnen zijn.
Haar grote geluk was dat ze vorige zomer aan haar voet werd geopereerd, na een breuk rond Kerstmis, zegt ze zelf. “Ik moest zeven weken in het gips en mocht niet lopen. In die periode heb ik de aanvraag voor deze beurs gepolijst.” Want onderzoek doen en subsidies aanvragen, dat moet allemaal buiten werktijd, als je decaan bent van de Faculty of Psychology and Neuroscience.
De toegevoegde waarde van een vakantiehuis en hotel
Zo’n drie jaar geleden, bij de vorige Zwaartekrachtronde, diende ze het voorstel ook al in. “Het idee was nog steeds heel goed, dus we wilden het gewoon nog eens proberen. En dan beter.” Voor beide pogingen zat ze een week in een vakantiehuisje met Carolien Martijn, de directeur van de faculteit, die ook senior-onderzoeker is in Jansens onderzoeksgroep. “Het gebeurt denk ik niet vaak nee, dat een decaan en een directeur samen een Zwaartekrachtsubsidie aanvragen”, lacht ze. Vlak voor het interview door een internationale, twintig koppen sterke beoordelingscommissie, zat ze met de vijf andere ‘principal investigators’ een weekend in een hotel. “Die tip kreeg ik ooit van iemand en ik denk echt dat het goed werkt. We hebben ons voorstel uit den treuren doorgesproken en heel veel lol gehad, je voelt je echt partners in crime. Dat straalden we blijkbaar uit”.
Champagne op maandagochtend, half elf
De beoordelingscommissie was niet alleen onder de indruk van de inhoud, maar ook van de diversiteit binnen hun groep en die teamspirit. Na het interview begon het wachten op de uitslag. Jansen: “Je denkt op vakantie toch: zal ik mijn mail wel checken? Want als er een afwijzing bij zit, baal je stevig.” Uiteindelijk kreeg ze maandagmorgen een appje van de rector, Rianne Letschert: “Ik ben zo trots op je!” Jansen: “Ik wist van niks, dus ik reageerde met zeven vraagtekens. Op datzelfde moment liep de secretaresse binnen, dat er een brief van de minister binnen was over de toekenning van de subsidie. Toen hebben we om half elf de champagne maar opengetrokken.”
De respectievelijke depressies van Harry en Sally; uit de film, ja
Om uit te leggen waarin precies het innovatieve karakter van dit project schuilt, toont Jansen een powerpoint-slide die ze ook aan de beoordelingscommissie liet zien. Harry en Sally uit de film ‘When Harry met Sally’ spelen erin de hoofdrol. Stel dat ze allebei depressief zijn (wat ze in de film bespreken en ontkennen), dan verschillen hun symptomen. Er zijn negen officiële symptomen van een depressie en als je er vijf hebt, is de diagnose een feit. Jansen: “Maar Harry heeft niet dezelfde vijf symptomen als Sally. En wij geloven dat het netwerk van die symptomen, dus hoe ze elkaar beïnvloeden, de feitelijke stoornis is. Die ‘cognitieve architectuur’ ziet er bij iedere patiënt anders uit, is onze overtuiging, dus dat vraagt een aangepaste behandeling.”
Psychische ziektes vragen een andere onderzoeksaanpak dan lichamelijke
Het consortium breekt daarmee met de traditionele aanpak van psychiatrische diagnostiek, waarbij de focus ligt op de stoornis en het zoeken naar één oorzaak. “Wij spreken van transdiagnostiek. En we onderzoeken de komende jaren bijvoorbeeld waarom slecht slapen leidt tot lusteloosheid, leidt tot depressiviteit, leidt tot overmatig eetgedrag, leidt tot ziekteverzuim, leidt tot nog slechter slapen enzovoort. Die interacties willen we begrijpen en remmen.” De traditionele onderzoeksfocus op een oorzaak van een ziekte, komt uit de medische wereld. “Dat is daar prima, maar klinische psychologie vraagt om een ander perspectief. Laat ik het zo zeggen: Kanker kun je hebben zonder last te hebben van symptomen, maar een depressie niet.”
Een mathematisch model voor het analyseren van symptomen
Allereerst gaat het consortium van 19 wetenschappers van 7 universiteiten de symptoomnetwerken van duizend mensen met psychische problemen in beeld brengen. Dat doen ze onder andere door ze een tijdlang te volgen met slimme meetinstrumenten voor zowel fysiek gedrag als psychisch welbevinden. Deze informatie wordt in een mathematisch model gevat, waarmee de interacties tussen verschillende symptomen zichtbaar gemaakt kunnen worden. Tegelijkertijd gaan zes teams, ieder onder leiding van een hoogleraar, het transdiagnostisch proces vanuit een andere insteek onderzoeken. Hoe zit het bijvoorbeeld met de interactie tussen lichaam en geest? Hoe kan de heftigheid van trauma’s verminderd worden via het emotionele geheugen? Hoe worden de symptoomnetwerken van kinderen door elkaar beïnvloed? “Want één op de tien kinderen heeft ook last van een psychische ziekte.”
Eindelijk: een flinke onderzoeksubsidie voor psychische ziekten
De laatste poot van het project bevat de behandeling: in een ‘randomised controlled trial’ worden patiënten blind ingedeeld in drie groepen. De eerste krijgt de normale behandeling, de tweede krijgt vooral medicijnen (die op korte termijn wel iets kunnen betekenen, maar op lange termijn vaak niet) en de derde groep krijgt een nieuwe ‘network-based’ therapie. “Zo’n behandelstudie is vooral heel duur. Dat lukt je niet zonder een subsidie als deze, dus we zijn er superblij mee!”, straalt Jansen. “Onderzoek naar psychische ziekten wordt in vergelijking met andere aandoeningen flink ondergesubsidieerd. Terwijl in de westerse wereld 38% van alle voorkomende ziektes psychisch zijn. En de impact voor individuen is groot, maar de samenleving kost het ook heel veel geld wegens onder meer ziekteverzuim, blijkt keer op keer uit onderzoek.”
20 Miljoen euro voor 10 jaar
Waarmee ze maar wil zeggen: elke euro die de komende tien jaar geïnvesteerd wordt in dit project, gaat zich (als het even meezit) dubbel en dwars terugbetalen. Voor de eerste vijf jaar is er 10 miljoen euro en bij een positieve beoordeling volgt nog eens dat bedrag voor vijf jaar verder onderzoek. Bij de psychologiefaculteit feesten ze nog even door. En start de zoektocht naar een nieuwe decaan ongetwijfeld binnenkort. Jansen: “Formeel loopt mijn termijn tot juni, maar ik heb altijd gezegd: als ik de Zwaartekrachtsubsidie krijg, moet ik stoppen als decaan. Dit kan ik er niet in de avonden, weekends en nachten bij gaan doen. En dat is ook wel weer eens leuk: overdag aan je onderzoek kunnen werken.”
Dit interview werd oorspronkelijk gepubliceerd op de website van de Universiteit Maastricht.