“De brug tussen wetenschap en praktijk kan nog wel wat steviger gebouwd worden. Daarom vond ik het zo leuk om tijdens de jaarlijkse NSMD conferentie te discussiëren met collega’s én onderzoekers.” Maarten Merkx is lid van de Klinische Adviesraad van NSMD en in het dagelijks leven psycholoog en verantwoordelijk voor het inhoudelijk beleid van GGZ-instelling HSK. Hij vertelt waarom hij betrokken is bij NSMD.
Waarom accepteerde je het verzoek om zitting te nemen in de NSMD Klinische Adviesraad?
“Omdat we in de GGZ goede wetenschappelijk onderbouwde interventies hebben, maar een deel van de cliënten knapt daar niet van op. En de zoektocht naar effectievere interventies levert de afgelopen jaren niets op. Wij staan bij HSK voor evidence-based behandelingen en ik kan me voorstellen dat je met behulp van de netwerktheorie een profiel kunt maken van mensen die wel en niet op een behandeling reageren én op basis van dat profiel een volgende stap in de behandeling kunt kiezen.”
Hoe ziet samenwerking tussen GGZ en wetenschappers er meestal uit, in jouw ervaring?
“De praktijk wordt nu vooral betrokken als er bijvoorbeeld cliënten geworven moeten worden voor een studie. Is het aantal geïncludeerde cliënten bereikt, gaat ieder weer zijn eigen weg. De wetenschappelijke bevindingen echt toepassen in de praktijk, kan in mijn optiek echt beter. Laat staan dat je aan het begin van het project met onderzoekers mee kunt denken over een onderzoeksopzet. Daarom vond ik de eerste live conferentie ook zo leerzaam en inspirerend.”
HSK gaat misschien zelfs meedoen om patiënten te werven voor latere studies?
“Daar wil ik me sterk voor maken ja. Omdat we het belangrijk vinden om patiënten wetenschappelijk onderbouwd te behandelen, is dat een verantwoordelijkheid die we in mijn ogen moeten nemen, maar daar ga ik niet alleen over natuurlijk.”
Dus je hoopt vooral dat GZ-behandelingen effectiever worden , mogelijk met behulp van de netwerktheorie?
“Nou, ook efficiënter. Want behalve dat de huidige behandelingen voor te weinig mensen duurzaam werken, hebben we te weinig arbeidskrachten in de GGZ, behandelen we te lang en wordt tegenwoordig gewoon huis-tuin-en-keuken-leed gemedicaliseerd. Als NSMD dus een uitkomst oplevert die meer geld en mankracht kost in de praktijk, schieten we er als GGZ weinig mee op. Er moet ook een doelmatigheidsslag gemaakt worden.”
Waar denk je dan aan?
“Interventies bijvoorbeeld die door mensen zelf kunnen worden uitgevoerd. Maar ook het regelmatig monitoren tijdens een behandeltraject en het bespreken van deze resultaten met de cliënt maakt het efficiënter, dat heb ik de wetenschappers op de conferentie ook geadviseerd mee te nemen in het onderzoek. Bij HSK monitoren we na elke vijf sessies het behandelresultaat en bespreken we dit met de cliënt. Het blijkt soms dat er nog maar twee sessies nodig zijn, in plaats van tien. We hebben op die manier per persoon een behandeltraject met gemiddeld anderhalve sessie kunnen inkorten met gelijkblijvend behandelresultaat. Dat scheelt met jaarlijks 26.000 nieuwe aanmeldingen toch bijna 40.000 zittingen, oftewel rond 2.800 cliënten die we meer hebben kunnen behandelen.”