De zevende netwerkbijeenkomst voor NSMD-onderzoekers, waaraan 35 leden van het consortium deelnamen, draaide om 'de toekomst van casusformulering in de klinische psychologie' en een op EMA gebaseerde pilot met jongvolwassenen met cannabisgebruiksproblemen en hun individuele netwerken.
Julian Burger, postdoctoraal onderzoeker aan Yale University en NSMD fellow gaf een interessante presentatie getiteld 'The future of case formulation in clinical psychology: Advancements in network modeling and simulation-based science'. Casusformuleringen zijn verklaringen die door clinicus en cliënt samen worden opgesteld voor de psychologische, sociale en gedragsproblemen van de cliënt. In de klinische praktijk worden casusformuleringen gebruikt om interventies af te stemmen op de specifieke problemen, behoeften en hulpbronnen van de cliënt.
Het proces van het creëren van casusformuleringen is echter complex en vereist het integreren van een breed scala aan informatie over de ervaringen van de cliënt. De presentatie besprak methoden om dit proces te vergemakkelijken en te bevorderen, waarbij de nadruk lag op statistische netwerkmodellen van psychologische symptomen en computersimulaties. Burger introduceerde een nieuwe aanpak om casusformuleringen systematisch te integreren met statistische netwerken, en liet zien hoe deze modellen kunnen worden gebruikt om casusformuleringen te onderbouwen. Verder liet hij zien hoe computersimulaties gebruikt kunnen worden om de nauwkeurigheid en voorspellingen van casusformuleringen te verbeteren. De presentatie paste deze methoden toe op een reeks psychologische problemen, waaronder depressie, gegeneraliseerde angststoornis, eetstoornis, obsessieve-compulsieve stoornis en paniekstoornis. Burger sloot af met een discussie over de haalbaarheid van deze methoden in de klinische praktijk en de stappen die nodig zijn om ze in therapie te introduceren.
Promovenda Alessandra Mansueto presenteerde over haar project: 'Hoe werkt cannabis voor mij? Personalized ecological momentary assessment, personalized networks, and collaborative communication within a short intervention for cannabis use problems in young adults'. Elk persoon is een uniek en complex systeem. Hoe kunnen we samen met onze cliënten communiceren om hun systeem te begrijpen en zo gepersonaliseerde psychologische interventies te verbeteren? Mansueto presenteerde een preklinische pilot van een gerandomiseerde gecontroleerde trial met 26 jongvolwassenen die hulp wilden bij het stoppen of verminderen van hun cannabisgebruik. Stagiaires psychologie gaven hen een interventie van twee sessies met motiverende gespreksvoering en cognitieve gedragstechnieken. Daarnaast vulde alleen de experimentele groep gedurende drie weken voor de eerste interventiesessie vijf keer per dag een (gepersonaliseerde) EMA in. De psychologieassistenten namen deelnemergerichte hypothesen op in de casusconcepten, die ze vervolgens toetsten met behulp van een voor dit onderzoek ontwikkelde applicatie om de EMA-data te verkennen met beschrijvende grafieken en om gepersonaliseerde netwerken te schatten. De output werd tijdens de eerste interventiesessie met de deelnemers besproken om samen inzicht te krijgen in hun mechanismen voor cannabisgebruik, en kon worden gebruikt om informatie toe te voegen aan de functionele analyse en zo de keuze van copingstrategieën te ondersteunen. Het onderzoeksteam nam interventiesessies op, verzamelde foto's van de functionele analyses, voerde semigestructureerde interviews uit met de deelnemers en psychologiestagiaires, en verzamelde uitkomstgegevens over middelengebruik en geestelijke gezondheid in vier golven. In deze lezing presenteerde Mansueto hun aanpak en de toepassing van feedback met praktische voorbeelden uit het onderzoek en enkele zeer voorlopige resultaten. "Ik heb een netwerk van vragen, de ene vraag leidt naar de volgende", besloot ze haar lezing; een zeer nauwkeurig synoniem voor wetenschappelijk onderzoek. Wordt vervolgd!