Targeting
Het project bestaat uit drie samenhangende onderzoekslagen: mapping, zooming en targeting. De targeting-fase bestaat uit een kritische test: is een behandeling afgestemd op het symptoomnetwerk van de individuele patiënt significant effectiever dan de gebruikelijke behandeling (gebaseerd op een algemene diagnose), zowel op de korte als lange termijn?
De hypothese achter onze interventie op maat
De netwerkbenadering voorspelt dat het behandelen van individuele symptoomnetwerken significant betere behandelresultaten zal opleveren dan de huidige meest succesvolle behandelingen, die algemeen worden toegepast. Met name de sterke verbanden tussen symptomen (edges) zouden een doelwit moeten zijn voor gepersonaliseerde interventies, denken wij, plus symptomen (ook wel ‘nodes’ genoemd) die dominant zijn. We willen ook onderzoeken of het afnemen van symptomen samenhangt met een verandering in de netwerkstructuur van een persoon, oftewel een gezonder netwerk. Zulke aanpassingen in iemands netwerk zijn essentieel, denken wij, voor langdurig herstel.
Grenzen overschrijden van reguliere psychische behandelingen
In de ‘targeting-fase’ willen we de effectiviteit onderzoeken van gepersonaliseerde, op het netwerk gebaseerde interventies. Dat doen we in een grote serie case-studies, in nauwe samenwerking met GGZ-instellingen. De studies zijn ‘transdiagnostisch’ van aard, wat wil zeggen dat ze de grenzen van traditionele diagnoses en behandelingen overstijgen. We gaan interventies ontwikkelen die afgestemd zijn op iemands individuele netwerk, los van de traditionele DSM-diagnose, gericht op de sterke netwerkverbanden en dominante symptomen. Daarbij gebruiken we bestaande werkzame behandelmethodes voor een breed scala van psychische stoornissen, afhankelijk van welke verbanden moeten worden aangepast. We kijken daarbij of de gepersonaliseerde netwerkbehandeling effectiever is dan het huidige evidence-based protocol voor traditionele psychische stoornissen.